R.F. Kuang dwingt ons de gevolgen van kolonialisering te beleven

Het lijkt allemaal heel voor de hand liggend om enkele eeuwen later terug te kijken op de koloniale periode als een onbegrijpelijke en schandalige periode. Zeker als ‘daders’ van die wreedheden kijken we als witte mensen liever naar de toekomst dan naar het verleden. In ‘Babel’ dwingt R.F. Kuang ons het tegenovergestelde te doen. 

We volgen Robin Swift, een Chinese jongen die na de dood van zijn moeder door de mysterieuze professor Lovell naar Engeland wordt verscheept. Daar wordt hij met lessen Grieks, Latijn en Chinees voorbereid op een leven aan het prestigieuze Royal Institute of Translation in Oxford, het epicentrum van het Britse rijk dat op dat moment zowat half de wereld bestrijkt. Het is namelijk de enige plek waar aan zilverwerk gedaan wordt, dé reden van het succes van het Britse rijk. Het is een soort magie door taal: aan de hand van vertalingen, etymologie en subtiele nuances en betekenisverschillen tussen verschillende talen worden zilveren staven zo gegraveerd dat ze een magisch stimulerend effect hebben op mensen en voorwerpen. Het zorgt voor sneller en foutloos vervoer, schoon water, efficiëntere machines en dodelijkere wapens, maar om het te doen werken, zijn vertalers nodig. Zij worden door rijke Oxford-professoren en hun aanverwanten ‘geoogst’ in de kolonies. Robin komt aan het instituut terecht in een klas van vier, samen met de Indiase Ramy, Haïtiaanse Victoire en Britse Letty. Ze vormen een onbreekbaar clubje van vier, tot er een moord gebeurt en iedereen zijn ware aard laat zien.

In het begin lijkt het een onschuldig en mooi verhaal te worden. Een jong kind wordt gered uit een armzalige situatie in China en krijgt van zijn nieuwe voogd in Engeland alle kansen om het ver te schoppen in het leven. Wanneer hij uiteindelijk aan de universiteit terechtkomt en zijn drie klasgenoten leert kennen, komt daar nog een zeemzoet laagje ‘gevonden familie’ bovenop. Robin, Ramy, Victoire en Letty doen alles samen, maar er ontstaan al snel breuken in dat perfecte plaatje wanneer Robin zijn doodgewaande broer Griffin leert kennen. Ook hij kwam net als Robin via professor Lovell in Oxford terecht, maar kwam terecht bij de Hermes Society, een ondergrondse groepering die zich verzet tegen het Britse rijk. Op die manier raakt ook Robin heimelijk betrokken bij Hermes. 

Het is het begin van een tweestrijd: Oxford versus Hermes, gevonden familie versus bloedverwant, dankbaarheid versus verontwaardiging, het Britse rijk versus de kolonies. 

‘Babel’ brengt een magisch dark academia verhaal, doorweven met een rode draad van antikolonialisme en activisme. Kuang slaagt er zo goed in die twee grote thema’s met elkaar te verweven dat haar eigen standpunt het verhaal niet in de weg staat. Ondanks het magische element van het zilverwerk blijft ze overigens ook griezelig dicht bij de realiteit. In de echte negentiende eeuw was er dan wel geen sprake van magische zilveren staven, de uitbuiting van buitenlandse mensen en grondstoffen stond wel centraal in de verrijkingsstrategie van het Britse rijk. Wie bewust naar de wereld van vandaag kijkt, kan zelfs een parallel trekken naar fast fashion en andere economische sectoren waarin het westen nog steeds teert op werkkrachten in ‘de derde wereld’. Het punt dat Kuang in ‘Babel’ probeert te maken, houdt ook vandaag nog stand: zij die de vruchten van een oneerlijke en schandelijke situatie plukken, zullen nooit helpen met het omverwerpen van het systeem dat die situatie in stand houdt. Op die manier houdt ze ons niet enkel een spiegel voor met betrekking tot het verleden, maar ook over het neo-koloniale gedrag van het Westen vandaag de dag. 

Daarnaast weet Kuang ook perfect een academische sfeer te schetsen. De visuele lezer waant zich meteen in studiezalen met ons kwartet van hoofdpersonages, of tussen academici en boeken in de Babel-toren. Haar schrijfstijl sleurt je volledig mee in de wereld van Oxford, ook al zijn de hoofdpersonages zelf buitenbeentjes in die wereld. Talloze vertalingen en etymologieën die op het eerste gezicht overbodig lijken, dragen hieraan bij. Elk van de bijna 200.000 woorden in ‘Babel’ diende dat doel. Ook wanneer die perfecte academische bubbel ontploft, blijft Kuang’s schrijven je meenemen in die veranderde wereld. 

Plaats een reactie